Van Rooibosthee is bekend dat deze door de Hottentotten werd gebruikt als een goede dorstlesser en een zeer gezonde drank. We gaan dan terug naar ongeveer het jaar 1750. De rooibosplant groeit voornamelijk in een uitgebreid gebeid ongeveer 300 km ten noorden van Kaapstad in de buurt van de kust van de westelijke Kaapprovincie. Aan de voet van de Sedarbergen bij het plaatsje Clanwilliam, vindt men dan ook de voornaamste plantages met de rooibostheeplant-Aspalathus linearis. Deze groene struik met naaldjes groeit exclusief in dit gebied vanwege zijn perfecte klimatologische- en bodemomstandigheden.
Naar men vermoedt zijn de aan het begin van deze eeuw de in Zuid-Afrika woonachtige Malaise slaven de grondleggers geweest van het productieproces zoals deze vandaag de dag nog wordt gehandhaafd. Dit gaat als volgt: De in het wild groeiende struiken worden gekapt, in stukken gesneden, geplet en vervolgens op hopen gegooid voordat deze worden gedroogd.
In de tweede helft van 1904 begon een zekere Benjamin Ginsberg, een van de pioniers op handelsgebied in die streek, de economische waarde van het product te zien. Daaraan voorafgaand was het feit niet vreemd dat hij een afstammeling was van de Popoff-familie die, als concessiehouders van de tsaar van Rusland, tot de grootste distributeurs van Oosterse thee voor Europa behoorde. Zijn belangstellingvoor het kenmerkende aroma en de smaak van het product was dus begrijpelijk.
Zijn eerste stap op weg naar popularisering van deze drank was het plaatsen van stalletjes in Kaapstad, waar hij gratis monsters aan het publiek uitdeelde, met een beschrijving van de bereidingswijze. Geholpen door zijn zoon Charles ging hij er op uit om in andere delen van het land liefhebbers van thee met het speciale aroma van zijn rooibosthee bekend te maken. Al spoedig werd de vraag zo groot, dat de theeproductie geen tred kon houden, met het gevolg dat de prijs van het product aanzienlijk steeg.
Voor de uitbreiding van de aanplant was er voldoende zaad nodig. Maar daar lag juist het probleem. De kleine gele bloempjes van de rooibosstruik vertonen veel overeenkomst met die van de erwt. Het kleine na de bloei gevormde peultje bevat een tweezaadlobbig niervormig zaadje, geelbruin van kleur. Zodra het zaadje rijp is, wordt het automatisch uit de opengebarsten peul geschoven. Het was geen eenvoudige zaak om de zaadjes in de zanderige grond terug te vinden. De speciaal voor dat zoeken en verzamelen van zaad gehuurde werkers werden per luciferdoosje betaald.
Toen men op een gegeven ogenblik tot de ontdekking kwam dat één van de vrouwen, die bij het zaadzoeken hielpen, regelmatig meer zaad wist te verzamelen dan de anderen, vertelde zij hoe zij op een gegeven moment had waargenomen dat mieren de zaden eveneens verzamelden en naar hun nest sleepten. Bij het openen van een dergelijk mierennest vond zij een flinke voorraad van het schaarse zaad. Terwijl tegenwoordig het zaaien en oogsten van rooibosthee vrijwel volledig gemechaniseerd is, zijn er nog altijd kwekers die mierennesten openmaken om aan het benodigde zaad te komen.
Om het ontkiemen van het zaad te bevorderen, wordt de zeer harde schil van het na zuivering verkregen zaad hetzij met zuur, of via een mechanisch schuurproces behandeld om het openen te vergemakkelijken.
Rond 1930 kwam de arts en amateur botanicus Peter le Fras Nortier tot de conclusie dat rooibosthee uit agrarisch oogpunt grote waarde had en bovendien zeer gezond was. In samenwerking met zijn collega’s Oloff Bergh en William Riordan legde hij zich toe op diverse aspecten van de teelt, zoals het verzamelen van het zaad, de versnelling van het ontkiemingproces en het ontwikkelen van ooibostheeplantages. Een speciaal geselecteerde en verbeterde soort is naar hem vernoemd. Hoewel daarnaast eveneens het Sedarberg-ras gekweekt wordt, wordt alleen het Notier-ras in plantages gekweekt, gezien de constante en uitstekende kwaliteit van het product.
Over de veelzijdige toepassingsmogelijkheden van deze thee is al heel veel geschreven en bekend. Zoals met zoveel Zuid-Afrikaanse inheemse gewassen het geval is, worden ook aan de rooibosthee geneeskrachtige eigenschappen toegeschreven.
Het bijzondere van rooibosthee is, dat er geen cafeïne en looizuur(tannine) in voorkomen. Hierdoor kan deze thee zonder bezwaar en zonder beperkingen worden gedronken.
Rooibosthee bevat stoffen die gunstig zijn voor de spijsvertering, en vermindert de neiging tot darmkramp en slechte stoelgang.
Rooibosthee stimuleert de nierwerking en dit leidt tot het afdrijven van overtollig vocht en afvalstoffen uit het lichaam. Hierdoor vermindert de belasting van hart, bloedvaten en gewrichten.
Rooibosthee bevat veel anti-oxydanten. Dat zijn stoffen die (evenals vitamine E) schadelijke stoffen zogenaamde ‘vrije radicalen’, die ontstaan tijdens de veroudering, binden en afvoeren.